Omeletrol met rookvlees, een variatie op het bekende ei-rookvleeshapje. Heel lekker als borrelhapje, of voor bij een high tea en op brood is het ook heel lekker.

Ik had al eerder een variatie op het aloude bekende hapje ei met rookvlees gemaakt: ei met rookvlees en truffelmayo. En nu dan deze omeletrol. Dit is een glutenvrij hapje, dus zeer geschikt voor mensen met een glutenintolerantie. Dit is een recept voor 7 hapjes, maar als je dat te weinig vindt, verdubbel je de ingrediënten en maak je 2 omeletten. Zondag is het Vaderdag: misschien een lekker hapje voor bij de borrel?

Ingrediënten Omeletrol met rookvlees

7 stuks

• 2 eieren
• scheutje melk
• verse bieslook
• 30 gram roomkaas
• 4 plakken runderrookvlees
• rucola
• peper en zout
• olijfolie om in te bakken

Werkwijze

• Knip of snijd de bieslook klein.
• Klop 2 eieren los in een kom en voeg hierbij de melk, de bieslook en wat peper en zout.
• Laat wat olijfolie in een koekenpan heet worden en doe hier het eiermengsel in.
• Bak de omelet en draai hem voorzichtig om als het ei begint te stollen.
• Bak nog even de andere kant en laat de omelet op een bord glijden en laat het vervolgens goed afkoelen.
• Smeer dan de omelet in met de roomkaas, leg er 4 plakken rookvlees op en bestrooi met wat rucola.
• Rol de omelet strak (voorzichtig!) op en verpak in aluminiumfolie.
• Leg in de koelkast om op te stijven. Dat snijdt straks makkelijker.
• Vlak voor gebruik haal je de omelet uit de koelkast en snijd hem in stukjes.
• Een prikkertje erin en klaar is je hapje.

Tips

• Dit hapje kan je eventueel al een dag van te voren klaarmaken. Wel bewaren in de koelkast.
• Je zou er eventueel ook nog wat geroosterde pijnboompitjes over kunnen strooien.
• Vervang de roomkaas en het rookvlees voor boursin en zalm en je hebt een omeletrol met zalm.

Vergeet de kant-en-klare salades uit de supermarkt. De allerlekkerste, goedgevulde kip-kerriesalade maak je lekker zelf!

Heerlijk op je boterham of broodje, maar ook overheerlijk op een toastje. En eigenlijk maak je deze salade in een handomdraai. Je kunt eventueel al een dag van te voren de kipfilet koken. Bewaar de kipfilet dan in een afgesloten bakje in de koelkast. En als je deze salade eenmaal hebt geproefd, wil je geen kip-kerriesalade uit de supermarkt meer. Echt waar! Ik heb voor een wat slankere versie gekozen en heb yofresh gebruikt. Je kunt natuurlijk ook mayonaise gebruiken of Griekse yoghurt, of een combi van beiden. Over een week is het Vaderdag, misschien kun je je vader, man of opa verrassen met deze salade. Voor op brood of bij de borrel op een toastje.

Ingrediënten Kip-kerriesalade

ca. 400 gram

• 200 gram kipfilet
• 100 gram ananas
• 4 eetlepels yofresh
• 1 kippenbouillonblokje
• 1½ eetlepel bieslook, fijn gesneden of geknipt
• 1 eetlepel kerriepoeder
• 1 theelepel paprikapoeder
• snufje chilipoeder
• 1 theelepel citroensap
• 500 ml water
• peper en zout

Werkwijze

• Kook de kipfilet in 500 ml water met het kippenbouillonblokje in 3 kwartier gaar.
• Laat de kipfilet afkoelen en trek hem dan met 2 vorken uit elkaar (pulled chicken).
• Snijd ondertussen de ananas in kleine stukjes en dep ze even droog met wat keukenpapier.
• Doe de kip in een schaaltje en voeg dan de yofresh, de bieslook, de kerrie- en paprikapoeder en het citroensap toe en roer goed door elkaar. Als de kip-kerriesalade nog te droog is, voeg dan nog wat yofresh toe. Het moet wel lekker smeuïg zijn.
• Breng vervolgens op smaak met peper en zout en een snufje chilipoeder (pas op, niet teveel).
• Garneer met wat bieslook en klaar is je kip-kerriesalade. Geniet ervan!

Tips

• Je kunt deze kip-kerriesalade eventueel al een dag van te voren klaar maken.
• In plaats van ananas zou je ook perzik, appel of mandarijn kunnen toevoegen.
• Deze salade is in een afgesloten bakje zeker 3-4 dagen te bewaren in de koelkast.

Weer eens een bladerdeeghapje: kaasvlinders. Je kunt ze ook kant-en-klaar in de supermarkt kopen, maar hoe leuk is het om deze krokante borrelhapjes zelf te maken en ze zijn echt véél lekkerder.

En het kost ook niet heel veel tijd om ze te maken. Het deeg moet nog wel even de vriezer in, daarna kan je ze mooi in plakjes snijden en dan de oven in. Mmmmm. Het is een leuk idee om deze kaasvlinders met Moederdag of Vaderdag te maken, een lekker borrelhapje. Daar wordt vast iedereen blij van!

Ingrediënten Kaasvlinders

ca. 20 stuks

• 4 plakjes bladerdeeg
• 75 gram geraspte kaas
• paprikapoeder
• knoflookpoeder
• peper en zout

Werkwijze

• Laat de plakjes bladerdeeg ontdooien.
• Leg de vier plakjes in een vierkant en laat de naden iets overlappen en plak ze aan elkaar vast, door de naden aan te drukken.
• Bestrooi het deeg met de geraspte kaas en dan wat paprika- en knoflookpoeder en wat peper en zout.
• Vouw vervolgens het deeg aan beide kanten ongeveer 3-4 centimeter naar binnen. Vouw dan beide kanten nog een keer naar het midden en vouw het geheel dubbel.
• Verpak het deeg in plastic folie en leg het 30 minuten in de vriezer.
• Verwarm de oven voor op 180°C.
• Haal het bladerdeeg uit de vriezer en snijd het gevouwen deeg met een scherp mes in plakjes van ca. ¾ tot 1 cm dik.
• Leg daarna de plakjes plat en met voldoende tussenruimte op de met bakpapier beklede bakplaat.
• Bak de kaasvlinders in ca. 15 minuten gaar en goudbruin in het midden van de oven. Voor extra krokante kaasvlinders droog je ze na het bakken op een lagere temperatuur. Verlaag dan de oventemperatuur naar 150 °C en laat de kaasvlinders nog 5-10 minuten drogen, zodat ze goed krokant worden.
• Laat ze op een rooster afkoelen.

Tips

• Je kunt de kaasvlinders heel goed van te voren maken. Bewaar ze bijvoorbeeld op een schaal die je afdekt met aluminium folie. Ze worden iets zachter, maar zijn nog steeds heerlijk. Wil je ze liever knapperig, schuif ze dan weer ca. 5 minuten in de oven (180°C).
• Je kunt natuurlijk nog meer kruiden gebruiken, zoals bijv. Italiaanse kruiden of wat peterselie.

Heb je een keer oud brood over, dan is wentelteefjes maken dé manier om oud brood op te maken, want weggooien is natuurlijk zonde.

Echte wentelteefjes maak je van wit brood, maar je kunt ze ook maken van bruin brood, brioche, suikerbrood, krentenbrood of een overgebleven stokbroodje. Heb je geen oud brood: je kunt ook een sneetje brood ca. 2 uur op het aanrecht laten liggen, dan wordt het vanzelf oud. Je kunt het brood ook roosteren en af laten koelen.

Waar komt nu eigenlijk het woord wentelteefjes vandaan? Het oud-Hollandse woord ‘wentelteefje’ valt te herleiden. ‘Wentel’ stamt namelijk af van het woord ‘wentelen’, omdraaien dus. ‘Teef’ is een woord wat vroeger werd gebruikt als voorganger van het woord ‘gebak’. Ook zou je het woord als “wentel ‘m even” kunnen interpreteren. 

Je kunt de gebakken wentelteefjes zo eten, dan smaken ze op zich al heel erg lekker. Heerlijk, met een vleugje kaneel. Maar je kunt ze ook serveren met suiker, poedersuiker, kaneelsuiker, beetje kaneel, basterdsuiker, kaneel, stroop, honing of met vers fruit (bijvoorbeeld aardbeien, frambozen, banaan, blauwe bessen). Is dit geen leuk ontbijtje voor moederdag of vaderdag? Zeker met vers fruit erbij. Dit kunnen ze vast wel waarderen.

Ingrediënten Wentelteefjes

• 1 ei
• 100 ml melk
• 1 theelepel kaneelpoeder
• 1 zakje vanillesuiker
• snufje zout
• 4 sneetjes brood (ik heb nu suikerbrood genomen)
• boter of olie om in te bakken

Werkwijze

• Klop met een garde of een vork de melk, het ei, het kaneelpoeder, het vanillesuiker en het zout goed door elkaar. Doe dit mengsel in een diep bord of (oven)schaal. Het sneetje brood moet er in passen.
• Verhit een beetje boter of olie in de koekenpan.
• Wentel de sneetjes brood één voor één én aan twee kanten door het eimengsel heen. Zorg ervoor dat het brood het eimengsel goed opneemt.
• Leg ze dan in de koekenpan en bak ze tot ze aan weerszijden gaar en goudbruin zijn.
• Serveer ze meteen nu ze nog warm zijn. Zoals je ziet heb ik de wentelteefjes met poedersuiker geserveerd.

Tip

Met een bolletje ijs erbij en wat vers fruit, heb je ook een heerlijk dessert.